Formeel advies 2020

De ombudsman maakt incidenteel gebruik van het instrument van het formele advies. In 2020 is het in één zaak tot een formeel advies gekomen. Het advies is door het pensioenfonds overgenomen. De casus was als volgt.

Meneer en mevrouw hebben allebei bij hetzelfde pensioenfonds pensioen opgebouwd. Beide pensioenen zijn ingegaan. Meneer en mevrouw zijn – na jarenlang te hebben samengewoond – geregistreerd partnerschap aangegaan op advies van hun notaris.


Vóór het aangaan van het geregistreerd partnerschap belde mevrouw met het pensioenfonds met de vraag of het geregistreerd partnerschap gevolgen zou hebben voor het pensioen. Het pensioenfonds antwoordde ontkennend. Dat bleek later niet te kloppen, want haar pensioen veranderde inderdaad niet, maar het pensioen van meneer werd wel verlaagd. De reden voor de verlaging was een zeer oude bepaling uit het pensioenreglement. Het ging om een inbouwregeling voor gehuwde mannen in de opbouwperiode voor 1998.


Het fonds stelde een compromis voor: de verlaging gaat niet in onder de voorwaarde dat het geregistreerd partnerschap binnen 6 maanden wordt beëindigd. Meneer en mevrouw vinden dat een inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer en gaan niet akkoord.


De ombudsman vraagt het fondsbestuur de zaak te heroverwegen. Mevrouw heeft informatie ingewonnen bij het pensioenfonds voordat zij het geregistreerde partnerschap aangingen. Zij hebben van het pensioenfonds te horen gekregen dat het geregistreerde partnerschap geen gevolgen zou hebben voor het pensioen. Omdat hier sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie, rust op het fonds een zwaardere zorgplicht dan gebruikelijk. Een gepensioneerde hoeft niet zelf te bedenken dat door het geregistreerd partnerschap haar pensioen niet wordt verlaagd maar dat van haar partner wel. Het was aan het fonds om aan te geven dat er iets bijzonders aan de hand is, namelijk dat het antwoord van het fonds alleen op haar van toepassing is en niet op het pensioen van haar partner. Meneer en mevrouw konden niet weten dat de regeling van vóór 1998 nu nog een rol zou spelen. De ombudsman vindt het door het fonds gestelde compromis niet passend. Het compromis raakt direct aan de persoonlijke levenssfeer van meneer en mevrouw. Het verbreken van het geregistreerd partnerschap lijkt op een echtscheiding en dat mag je als pensioenfonds niet van twee gepensioneerden vragen.


Het pensioenfonds houdt vast aan ‘reglement is reglement‘. Het reglement moet worden toegepast. De ombudsman brengt advies uit waarin het fonds wordt verzocht de verlaging van het ouderdomspensioen terug te draaien. Het pensioenfonds volgt het advies van de ombudsman en draait de verlaging terug.

Uit de hoge hoed

Een inmiddels 86-jarige klager ontving gedurende vier jaar zonder dat er een reden voor was, een hoger partnerpensioen. Klager probeerde hierover telefonisch inlichtingen in te winnen, maar dit leidde niet tot een duidelijke verklaring voor het ineens hogere pensioen.


Wakker geschud door de telefoontjes van klager, kwam het pensioenfonds tot het inzicht dat klager geen recht had op het spontaan verhoogde pensioen. Vervolgens moest de klager aan het pensioenfonds ruim 6.000 euro terug betalen. De betalingen mocht ze over een periode van vijf jaar spreiden. Nadat de ombudsman het pensioenfonds had gewezen op de hoge leeftijd van klager en het feit dat zij bij aanvang van de hogere uitkering al had geïnformeerd naar de reden voor de verhoging, besloot het fonds het teveel uitgekeerde pensioen toch niet in te vorderen.


Het overzicht van voorbeeldzaken vindt u op de website van de Ombudsman Pensioenen.

Wie wat bewaart…

Klager was op zoek naar haar pensioen. Het betrokken pensioenfonds had zijn zaakjes goed op orde en kon klager aan de hand van kopieën van afkoopstukken laten zien dat haar pensioen al in 1976 was afgekocht.


Het is te hopen dat pensioenuitvoerders over 40 jaar eenzelfde soort bewijs van een afkoop kunnen leveren. Dit met het oog op de grote aantallen van afkoop van relatief geringe pensioenen tot de introductie van de automatische waardeoverdrachten. In jaarverslagen heeft de ombudsman meermalen gepleit voor lange bewaartermijnen van belangrijke pensioenstukken, zoals afkoopformulieren, vereveningsformulieren of aanvragen voor waardeoverdrachten. Het is plezierig om te constateren dat het inmiddels ook gebeurt.


Het overzicht van voorbeeldzaken vindt u op de website van de Ombudsman Pensioenen.